Appelroosjes

Bereidingswijze

1. Verwarm de oven voor op 200°C of 400°F.
2. Was de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes met een scherp mes
of een mandoline. Week ze in heet water tot ze zacht en buigzaam worden, ongeveer 4-5
minuten. Maak je geen zorgen dat ze te veel oxideren, ze worden uiteindelijk toch bruin.
Voeg gerust een scheutje citroensap of azijn toe aan het water als je wilt.
3. Verdeel het deeg in 6 stukken.
4. Leg 1/6 van de appels op de bovenste helft van elke strook en vouw het bladerdeeg
dubbel om de appels in te sluiten.
5. Rol de met appels gevulde strook op tot een roos. Snijd het overtollige deeg af indien
nodig. Herhaal dit met de resterende appels.
6. Als je de roosjes hebt, bekleed je een muffinblik met perkamentpapier en smelt je 1
kopje suiker in een pan of steelpan. Doe de suiker gewoon in de pan en zet hem op
middelhoog vuur. Roer niet met een lepel, maar houd de pan in de gaten en kantel hem
als de suiker smelt. Zet het vuur lager indien nodig, en stop wanneer de suiker
amberkleurig wordt.
7. Giet 1 tot 2 soeplepels suiker in elke aangewezen plek van het muffinblik. Leg de
appelroosjes omgekeerd neer, met de roos naar de suiker gericht, en druk ze aan.
8. Bak 25-30 minuten, of tot het croissantdeeg gaar lijkt, het moet hard aanvoelen en een
licht gouden kleur hebben.
9. Als je de pan eruit haalt, laat je de roosjes 5 minuten rusten in de suiker, haal ze er dan
uit en serveer ze. Deze is optioneel, maar wat vanille-ijs of slagroom zou heel goed
passen bij deze prachtige taartjes.